Gedoogperiode programmatie structuuronderdelen in het gewoon secundair onderwijs

Het onderwijsdecreet XXXIII voerde een minimumnorm in van vijf leerlingen voor de programmatie van structuuronderdelen in het gemoderniseerd gewoon secundair onderwijs vanaf het schooljaar 2024-2025. Om deze norm te halen, is voorzien in een gedoogperiode zodat bij het niet-halen van de norm in het aanvangsjaar (maar wél het jaar daarna) de school het structuuronderdeel in de betrokken vestigingsplaats niet meteen moet opheffen. Een school heeft dus altijd twee schooljaren de mogelijkheid om de norm te behalen. De Vlaamse Regering bepaalt die structuuronderdelen (gericht op knelpuntberoepen) waarvoor de gedoogperiode een jaar langer loopt. Ze keurt nu, na advies van de Raad van State, definitief het besluit goed dat deze structuuronderdelen bepaalt waarvoor een school dus 3 schooljaren heeft in plaats van 2, om de norm te behalen.